Oh happy day!

Februari 2016, een ijskoude zonnige dag. Samen met vier dames en hun mening trokken we een dagje uit om trouwjurken te gaan passen. Gewapend met Pinterestplaatjes en een 'no go'-lijst had ik mijn vuurdoop in de eerste winkel. Heel speciaal om je in zo'n witte, grote jurk te hijsen. 
Veel gepast, veel geleerd. Het resultaat? Raak, maar net niet in de roos. Een tweede bruidswinkel deden we 's namiddags. Daar besliste de verkoopster meteen dat ik niet wist wat ik wilde, stak me in jurken die helemaal niet flatteerden en draaide de afspraak op een sisser uit. Gelukkig kan ik tegen een stootje, maar een topervaring was het allerminst.





Wat zocht ik? Geen kant, geen blingbling en geen dunne doorkijkstoffen. Meteen kon/kan je 90 procent van het huidige bruidscollecties aan de kant schuiven. Ik wilde wel graag tule, maar die hing bijna altijd vast aan een kanten jurk. Bovendien was ik "al veel te laat op het seizoen" om nog uitgebreid te kunnen kiezen. (Je kan toch het hele jaar door trouwen?). Een rugdecolleté - kenmerkend bij zowat alle jurken nu - wilde ik wel heel graag.

Later, in een derde winkel, paste ik opnieuw. Uiteindelijk nam ik een optie op een pasjurk van Rosa Clara. Net voor ik die zou bevestigen kwam er een plan b uit de lucht vallen. In de vorm van Greet, met tonnen naai-ervaring en minstens even veel geduld. Zij had bijna dertig jaar geleden mijn moeders trouwjurk gemaakt. Zelf een hele jurk maken, doet ze nu niet meer, maar ze zag het wél zitten om mij te begeleiden. Plots zou ik mijn eigen trouwjurk naaien. Vroeger had ik altijd verkondigd dat ik dat zou doen, maar toen de verlovingsring rond mijn vinger zat, dacht ik dat het met een jurk uit de winkel al gek genoeg zou zijn. Maar het kon dus toch: mijn eigen jurk naaien!

Een echt 'Say yes to the dress'-moment heb ik dus nooit gehad. Geen fonkelende oogjes wanneer je met dé jurk uit het pashokje stapt. Geen waterlanders bij het vrouwelijke gezelschap. Door het passen wist ik wel welke vorm ik nodig had. Ik had altijd gedacht dat voor mijn brede heupen een wijde A-lijn de enige optie was. Bij korte kleedjes is dat inderdaad het geval, maar bij bruidsjurken telt dat duidelijk niet. Een smalle rok deed me op slag enkele kilo's minder lijken, mooi meegenomen.


De ingrediënten op mijn verlanglijstje: tule, een rugdecolleté en stof met reliëf. Die laatste vonden we snel. De stof lijkt gemaakt van kleine schubjes, geeft wat mee en zat heel gemakkelijk. Geen traditionele stof ook, een fijn pluspunt. De zijde voor mijn onderrok bleek dezelfde te zijn als die van de Natan-jurk van koningin Mathilde bij haar huwelijk. Welkom koninklijke allures.



Een eenvoudige jurk, dat lijkt in een wip afgewerkt. Niets is minder waar. Greet zorgde voor het patroon op maat en een pasmodel, maar na de nodige aanpassingen was ik aan zet. Driegen, overlocken, merkjes zetten: ik denk niet dat ik ooit al op zo'n korte tijd zoveel technieken bijleerde. Ik ben dan ook een selfmade naaister en mankeer heel wat technische bagage en inzicht. Als ik gewoon iets voor mezelf naai, knijp ik ook al eens een oogje dicht. Maar nu moest het allemaal perfect zijn, dus ik probeerde en tornde los tot het juist was. Hoeveel uren ik heb genaaid - en zitten babbelen - geen idee. Maar gezellig was het zeker!

Heel lang hingen het bovenstuk, de tule en de onderrok niet aan elkaar. Niet bevorderlijk voor een twijfelaar als ik. Pas naar het einde toe kon ik eindelijk passen in één geheel. Spannend, want een zelfgemaakte jurk kan je niet zomaar terug in de rekken hangen als het je ding niet blijkt.


Het idee voor de gedraaide sjaal haalde ik van een bruidsjurk die ik in de eerste winkel gepast had en toen meteen een 'yes' kreeg van de dames. Ik had dan wel een gouden truitje dat perfect matchte, maar de sjaal had toch dat tikkeltje meer. We maakten een soort cilinder met daarin een dubbele draai en zetten de plooitjes met enkele steken vast. De sjaal gaf welkome warmte op de frisse oktoberochtend en door wat extra volume bracht het mijn silhouet meer in evenwicht (lees: daar was de befaamde X-vorm). Het hoefde niet te strak te vallen en de sjaal ziet er dan ook op elke foto anders uit.

De reacties? Zalig! Als je man - ik kan dat nu zeggen hé - op slag begint te huilen als je de trap afkomt, kan het niet anders dan helemaal juist zitten. Met haar, make-up, rode lippen, juwelen, nieuwe bril en bruidsboeket klopt het plaatje. Ik kreeg vaak te horen dat het helemaal Jozefien was, wat ik een heel fijn compliment vond en vind. Eenvoudige lijnen en toch genoeg bruidsfactor door de tule. Wat een geluk dat ik die optie in de derde winkel niet bevestigd had!










O ja. De jurk was dan wel het DIY-project dat het meeste tijd innam, maar eigenlijk was het slechts eentje in de rij. Onze dag was zo veel mogelijk homemade. We bedachten en drukten zelf de uitnodigingen, schreven een eigen magazine, maakten lampkapjes met foto's down memory lane, drukten goodie bags voor het menu, timmerden een persoonlijke light box, vulden honderden potjes met vetplant als bedankje, zaagden menublokjes, bouwden de zaal van nul op, lieten vrienden onze ceremonie invullen, knutselden de aankleding van de zaal...
Ook de naaimachine draaide overuren met een kleedje en schoentjes voor de jongste uit de suite, vijftien zelfgemaakte strikken voor de mannen en kleine meneertjes uit de suite en als kers op de taart een zelfgemaakte strik, pochet en manchetknopen voor mijn bruidegom.



Veel werk, maar o zo veel voldoening. Ik geniet nog helemaal na. Onze dag was hartverwarmend!

De making-of van mijn trouwjurk betekent in één adem ook het einde van Les Mademoiselles. Na acht fijne jaren kan ik mijn blog met een hoogtepunt afronden. Natuurlijk blijf ik blogs lezen, natuurlijk blijf ik naaien en natuurlijk is er ook nog Instagram. Maar het blogverhaal, dat heeft nu een mooi einde gekregen. Dankjewel!